Post Description
Jean-Marc Cerrone (Vitry-sur-Seine, 24 mei 1952) is een discoartiest, drummer, componist en producer. Samen met Giorgio Moroder behoort hij tot de belangrijkste pioniers van de ritmische en elektronische disco in Europa.
Artiesten zoals Daft Punk, Etienne de Crécy, Cassius en bovenal Bob Sinclar haalden reeds inspiratie uit Cerrones' werk.
Cerrone is de zoon van een kleine schoenfabrikant. Stevige beats en funky ritmes kregen zijn aandacht al op jonge leeftijd. Na lang aandringen kreeg hij op 12-jarige leeftijd zijn eerste drumtoestel. Later speelde hij in lokale rockbands met als grote voorbeelden Santana, Cream, Chicago, Jimi Hendrix en Otis Redding. Hij studeerde in 1970 af als kapper, maar toch wilde hij het waar maken in de muziekwereld.
Met zijn band Kongas kwam Cerrone begin jaren 70 voor het eerst echt in de belangstelling te staan. De band speelde vaak in de Papagayo Club in Saint Tropez waar hij de Franse producer Eddie Barclay tegenkwam. Deze bood Kongas een platencontract aan en dat was het begin van een lange samenwerking met Barclay. Hun eerste single Boom werd een hitje, wat leidde tot enkele tournees in Europa, Afrika en Japan. Persoonlijke kwaaltjes leidden ertoe dat Cerrone in 1975 de band verliet. Hij ging als studiomuzikant verder door het leven en opende twee platenzaken die, ‘Import Records’ werden gedoopt.
In 1975 begon hij songs te componeren voor zijn eerste album, het succesvolle Love In C Minor. Voor de titeltrack deed hij beroep op Alex R. Costandinos. Hij produceerde en registreerde het album helemaal zelf en 8 maanden later bracht hij zijn discodebuut in eigen beheer uit. Aangezien de Franse platenmaatschappijen niet bereid waren Cerrones muziek uit te brengen, liet hij zelf 20.000 exemplaren drukken en verkocht ze in zijn eigen platenzaken. Love In C Minor werd officieel pas, een jaar later, uitgebracht in februari 1977 bij Atlantic Records en leverde hem een eerste Grammy Award op.
De lp-hoes was van erotische aard en daardoor ook gewaagd. De A-kant bevat de albumtrack die 17 minuten duurt en daarmee een van de eerste lange discosongs is. De belangrijkste elementen op het album zijn de (hijgende) vrouwelijke vocals, een duidelijk hoorbare discobeat, gitaar- en bassolo’s en een heel orkest strijkers en koperblazers. Elementen die bijna op elk Cerrone-album te horen zijn.
De single Love In C Minor werd een wereldhit en haalde in de Verenigde Staten de 3e plaats in de Billboard's charts en Record World. De remake van de Los Bravos-song Black Is Black en Midnite Lady vulden de B-kant. Love In C Minor verkocht wereldwijd al bijna 8 miljoen exemplaren.
Tijdens het succes van zijn debuut werkte Cerrone al aan een opvolger Cerrone’s Paradise (1977). Het album verschilde weinig van zijn voorganger en was daardoor iets minder succesvol. De singleversie van de track Cerrone’s Paradise werd wel een hit. De 12”inch-versie van de track eindigt met saxofoonmuziek vergelijkbaar met The Men With The Red Face (2000) van Laurent Garnier.
In 1977 produceerde Cerrone enkele artiesten zoals Donray voor 'Revelacion'.
Cerrone III: Supernature werd eind 1977 uitgebracht en is het Magnum opus van Cerrone. De single Give Me Love werd een wereldhit en het album verkocht meer dan 8 miljoen exemplaren. Op de Billboard Disco Forum 4 van 1978 verkreeg Cerrone voor het album 6 betekenisvolle prijzen: “Disco Artist Of The Year”, “Male Disco Artist Of The Year”, “Disco Composer Of The Year”, “Disco Producer Of The Year”, “Disco Arranger Of The Year” en de prijs “Disco Instrumentalist Of The Year”.
Cerrone laat een geheel nieuwe sound horen met de 18 minuten durende albumtrack Supernature. De track bestaat uit 3 delen: Supernature, Sweet Drums en In The Smoke. Supernature is voornamelijk elektronisch en bevat allerlei geluidseffecten. Met Sweet Drums laat Cerrone horen dat hij niet alleen een schitterend componist is, maar ook een uitstekend drummer. Na drie minuten drumsolo’s begint het derde deel In The Smoke. Dit is een rustig, hemels nummer dat eindigt met een soort raketgeluid. De sfeer van In The Smoke zou je kunnen vergelijken met de filmmuziek van Raymond Lefèvre voor de Franse film Les gendarmes et les Extra-Terrestres met Louis de Funès, die een jaar later verscheen. Voor het album werkte hij samen met Alain Wisniak, die ook nog later bijdragen leverde voor Cerrone.
In 1978 verscheen Golden Touch met de hit Je Suis Music. Een discoalbum met heel wat rockelementen. Je Suis Music en Rocket In The Pocket bevatten beide gitaarsolo's en bezitten weer de typische discobeat van Cerrone. Een optreden dat Cerrone gaf op het Paris Pavillion werd opgenomen en eind 1978 uitgebracht als een dubbelalbum.
Tracklist:
*CD1
01. Love In C Minor
02. Black Is Black
03. Midnite Lady
04. Cerrone's Paradise (Single Edit)
05. Take Me
06. Time For Love
07. Supernature + Sweet Drums + In The Smoke
08. Give Me Love + Love Is Here + Love Is The Answer
*CD2
09. Je Suis Music
10. Rocket In The Pocket
11. Look For Love
12. Music Of Life
13. Rock Me
14. Angelina
15. Not Too Shabby
16. Call Me Tonight
17. Living On Love
18. Hooked On You
19. My Look
*CD3
20. Some One To Love
21. You Are The One
22. 1982
23. Back Track
24. Strolling On Sunday
25. Back To Champs Elysees
26. California
27. Sympathy
28. X-XEX
29. Woman InLove
30. Oh Johnny
31. Perfect Circle
32. Supernature [feat. She Belle]
33. The Only One
34. 38 & You
*CD4
35. Love On The Dance Floor
36. 101
37. The Future Pco
38. Saturday Night
39. Saturday Electro
40. 9th Symphony
41. Orange 5th
42. Space Time
43. Hysteric Drums
44. Sweet Violin
45. Cerrone Symphony (Variations Of Supernature)
Comments # 0