Post Description
De gebroeders Eno brachten op 20 maart hun allereerste gezamenlijke plaat uit. Na al die jaren apart ervaring opbouwen in de muziekwereld, vonden de broers het eindelijk toch eens eens tijd om de handen in elkaar te slaan. Waar Roger zich vooral toelegt op ambient muziek, kennen we Brian vooral als bijzonder bezige bij die solowerk uitbrengt binnen en buiten de ambientsfeer en producete bij Talking Heads, U2, Bowie, Devo en noem maar op.
Beide heren weten duidelijk iets af van sfeerschepping en dat is dan ook de essentie geworden van hun album Mixing Colours. Alle achttien nummers dragen een sobere titel die meestal verwijst naar een kleurschakering en ons synesthesiegewijs op voorhand al een idee laat vormen over de teneur. Verwacht je echter niet aan clichés die er vingerdik op liggen of omwentelingen van het ene gevoel naar het andere; de Eno’s zetten in op een minimalistische melancholie, die de luisteraar telkens via een schone dynamiek overgiet met een oase van tristesse enerzijds of de berusting erin anderzijds.
Mixing Colours heeft iets enorm kalmerend over zich. Zonder iets op te willen dringen, zetten Brian en Roger een teneergeslagen sfeer neer vanaf de eerste creatie. Opener “Spring Frost” is goed raak in zijn minimalisme, wat even later wordt aangevuld met een zekere romantische aard door de meer zuivere pianoklank van bijvoorbeeld “Celeste”. Doorheen heel het album wordt deze mistroostige zijde in confrontatie gebracht met een onschuld (“Wintergreen”) waarvan je al lang niet meer wist dat je ze bezat en een neiging tot dromen (“Quicksilver”) die in deze periode maar al te wijdverspreid aanwezig is.
Meteen worden we opgeslorpt in hun meditatieve nummers, terwijl ze alle nodige tijd nemen om de dynamiek te verzorgen en met een zeldzame opbouw te komen aandraven. Het vormt een groot contrast met al het haastige en eenvoudige dat we maar al te vaak te consumeren krijgen in een snelle wegwerpmaatschappij die zelfs de muziekwereld infiltreert. Roger en Brian zetten even alles op pauze en laten de omgeving vertraagd verschijnen om er verschillende facetten van te onthullen die je op doodgewone momenten niet zou opmerken.
Toch kunnen we ons niet ontdoen van het idee dat Mixing Colours vooral een achtergrondplaatje is. Deze achttien nummers tellende speellijst aandachtig en in één trek luisteren, blijft nu eenmaal niet entertainend. Na een tijdje is de meditatieve functie ervan uitgewerkt en valt op hoe gelijkaardig de meeste exemplaren klinken. Met een sterke structuur alleen kom je er niet, hoe mooi en overtuigend die aanvankelijk ook mag lijken. We beginnen zelfs te hopen op een tweede helft die in gigantisch contrast staat met wat we eerst te horen kregen – Brians legendarische Before and After Science achterna. Jammer genoeg blijft de variatie volledig uit en dienen we het uit te zitten.
Soms is het een kwestie van ‘kill your darlings’, want als Mixing Colours wat korter was, had het zijn betoverende effect niet verloren. Aan de andere kant hebben de twee broers al lang niets meer te verliezen met dit album. Wellicht hebben de oude rotten in het vak gewoon eens de koppen bij elkaar gestoken en gedaan waar ze zin in hadden en wat goed voelde. Die oprechtheid voel je zeker en vast, en dat mag ook niet uit het oog verloren worden.
Een eindoordeel vellen is dus duidelijk niet gemakkelijk. Het samenspel van de broers heeft een enorme eerlijkheid over zich, die de luisteraar in geen geval onberoerd laat – of toch voor het eerste halfuur. Voorts zullen we Mixing Colours nog regelmatig opleggen op de achtergrond, zonder wellicht ooit een onderscheid te kunnen maken tussen al de verschillende nummers.
Comments # 0