Post Description

Schrijver en illustrator Johan Fabricius bedacht Arretje Nof in 1926. In opdracht van de oliefabrikant maakte Fabricius een vijfdelige boekjesreeks genaamd De wondere avonturen van Arretje Nof. De uit Bagdad afkomstige Arretje, een Aladdin-achtig figuurtje met een tulband en pofbroek, beleefde daarin van alles en kwam uiteindelijk in Nederland terecht. Zijn achternaam is gelijk aan het handelsmerk NOF, en volgens een krantenadvertentie uit 1926 is zijn voornaam ontleend aan de grondstof arachide: de nootjes waaruit de vetstoffen werden gemaakt. Het zou ook nog kunnen dat zijn Arabische afkomst meespeelde. 
De boekjes van Arretje Nof waren niet in de winkel te koop. In 1926 en 1927 konden consumenten de reeks bij elkaar sparen met zogenaamde NOF-wapenbonnen: zegeltjes met het bedrijfslogo die op de verpakkingen zaten van onder andere Delftsche slaolie, Delfia en Delfrite. De boekjes waren in die tijd enorm populair. Vanwege het grote succes werd in de jaren 50 een nieuwe serie van Arretje Nof  uitgebracht, maar dit keer in een uitgave van Toonder Studio’s. 

Zelf ooit gelezen bij opa en oma, dus jeugdherinneringen.